Bestuur en organisatie
Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen is een zelfstandig bestuursorgaan (zbo) binnen de Rijksoverheid.
Organisatiestructuur
Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen is een zelfstandig bestuursorgaan (zbo) binnen de Rijksoverheid. Het College neemt besluiten over de toelating van medicijnen voor mensen op de Nederlandse markt en de indeling van medicijnen (afleverstatus). Daarbij beoordeelt het College de balans tussen werkzaamheid en risico’s. Daarnaast heeft het College onder andere geneesmiddelenbewaking als taak, het verstrekken van wetenschappelijk advies en het geven van advies over een geneesmiddel dat in een medisch hulpmiddel is verwerkt. Het agentschap ondersteunt het College.
College
Het College bestaat uit maximaal 17 leden, inclusief de voorzitter. De leden zijn medisch-specialisten, ziekenhuisapothekers, hoogleraren en andere deskundigen. De Collegeleden worden benoemd door de minister van VWS voor een periode van 4 jaar. Herbenoeming is twee keer mogelijk.
In 2022 is er een vacature uitgezet voor een Collegelid/ziekenhuisapotheker met expertise op het gebied van ATMP’s en biotechnologie. Naar verwachting wordt deze vacature in 2023 ingevuld. Eind 2022 kwam er een plek vrij vanwege het afscheid van Annemiek van Rensen, die sinds 2015 als Collegelid het patiënten- en consumentenperspectief als aandachtspunt had.
Het College vergadert in principe 1 keer per maand in de voltallige bezetting en 1 keer per maand in een kleinere bezetting. Ook vergaderen de voorzitter en vicevoorzitters wekelijks over specifieke vragen over medicijndossiers. Steeds vaker worden Collegeleden ook op ad hoc basis geraadpleegd bij het beoordelingswerk. Daarnaast zijn de Collegeleden in 2022 enkele keren bijeen geweest om strategische onderwerpen te bespreken.
Agentschap
Het College wordt ondersteund door een agentschap, het aCBG. Voor wat betreft humaan valt het agentschap beheersmatig onder het ministerie van VWS en staat inhoudelijk onder het gezag van het College (met uitzondering van centrale procedures). Het agentschap is verantwoordelijk voor de voorbereiding en uitvoering van besluiten van het College. Het agentschap handelt jaarlijks zo’n 20.000 zaken zelf af. Die zaken variëren van administratieve wijzigingen tot beoordelingen van medicijndossiers met nieuwe werkzame stoffen.
Europese vertegenwoordiging
Nederland is vertegenwoordigd in de Europese wetenschappelijke comités van de EMA. De Nederlandse comitéleden maken deel uit van het agentschap. Hieronder zijn de diverse comités opgenomen..
Bij het Committee for Medicinal Products for Human Use (CHMP) en het Pharmacovigilance Risk Assessment Committee (PRAC) komen de lijnen van de beoordeling van geneesmiddelen voor mensen in het kader van de Europese centrale procedure samen. In deze comités zitten vertegenwoordigers van alle EU-landen. De comités komen maandelijks bijeen bij het EMA in Amsterdam.
Als Nederland rapporteur is, voert een team van CBG-medewerkers de beoordeling van het dossier uit. De samenstelling van het team is afhankelijk van het geneesmiddel en van de onderwerpen die in het kader van de beoordeling moeten worden beantwoord. Vervolgens worden de uitkomsten van de beoordeling voorgelegd aan het College. Hierna adviseert het College in samensprak met de Europese comitéleden met welk voorstel de Nederlandse CHMP- of PRAC-leden de bespreking in de betreffende comités ingaan.
Voor toewijzing van rapporteurschappen en co-rapporteurschappen hanteert het EMA criteria waarbij toewijzing plaatsvindt op basis van de best beschikbare expertise in de lidstaten. Hierbij is ook ruimte voor landen die in het verleden minder vaak rapporteur zijn geweest.
De toewijzing van co-rapporteurschappen is bij de PRAC anders dan bij de CHMP: het land dat CHMP Rapporteur is, wordt automatisch PRAC co-rapporteur.
Naast de CHMP en de PRAC bestaan op het gebied van geneesmiddelen voor mensen in de centrale procedure vier andere wetenschappelijke comités bij het EMA:
- het Committee for Orphan Medicinal Products (COMP);
- het Pediatric Committee (PDCO);
- het Herbal Medicinal Products Committee (HMPC) en
- het Committee on Advanced Therapies (CAT).
Binnen elk wetenschappelijk comité van het EMA zijn verschillende werkgroepen actief. Een voorbeeld hiervan is de Scientific Advice Working Party (SAWP).
De coördinatie van het Europese werk in het kader van de decentrale en wederzijdse erkenningsprocedures is belegd bij de Coordination Group for Mutual Recognition and Decentralised Procedures human (CMDh). De CMDh is een wetenschappelijk comité van de lidstaten, maar vergadert, net als de andere comités, bij het EMA en wordt ook door het EMA ondersteund.
Het kruidencomité HMPC (Committee on Herbal Medicinal Products) van het Europees medicijnagentschap (EMA) beoordeelt de wetenschappelijke data van kruidengeneesmiddelen en stelt Europese kruidenmonografieën op.
Het Committee for Medicinal Products for Veterinary Use (CVMP) is het wetenschappelijke comité voor diergeneesmiddelen van het Europees medicijnagentschap (EMA). Hier zijn alle EU-landen bij aangesloten.
De coördinatie van het Europese werk in het kader van de decentrale en wederzijdse erkenningsprocedures wordt gedaan door de Coordination Group for Mutual Recognition and Decentralised Procedures veterinary (CMDv). De CMDv is een wetenschappelijk comité van de lidstaten, maar vergadert net als de andere comités bij het EMA. Het comité wordt ook door het EMA ondersteund. De Nederlandse vertegenwoordigers in zowel de CVMP als de CMDv zijn werkzaam bij het BD.
Raad van Advies
De Raad van Advies heeft als taak om het CBG onafhankelijk en kritisch te adviseren over hoofdlijnen van ons beleid en andere aspecten van ons taakgebied. De Raad van Advies adviseert door met een strategische blik te kijken naar de omgeving waarin het CBG opereert.
In 2022 heeft de Raad van Advies één keer online vergaderd. Onderwerpen van gesprek waren onder andere de ontwikkeling van de meerjarenstrategie van het CBG en de herziening van de EU geneesmiddelenwetgeving.